In dit bouwverslag nemen we een kleine inkijk in de mogelijkheden rond de opbouw van een diorama. Uiteraard zijn er tal van uiteenlopende mogelijkheden om tot mooie resultaten te komen. In deze casus gaan we uit van een ondergrond van hardschuim. Daarop komen de bestrating, details en gebouwen van Markenburg. Groenvoorziening komt in deze casus van verschillende bronnen. Zo zijn de meeste bomen gemaakt van zeemos.
Allereerst worden met een mesje eenvoudig sloten uit de hardschuim oppervlakte gesneden. Door het afbreekmesje iets schuin in het hardschuim te steken en dan door het schuim te trekken zijn taluds eenvoudig te vormen.
Het hardschuim wordt vervolgens in een donkere kleur geschilderd om te voorkomen dat de lichte/onnatuurlijke kleuren door met name het gras heen, opvallend zouden gaan hinderen. Grond is immers ook donker van kleur.
Als verf gebruiken we eenvoudige muurverf, voor binnen gebruik, die mat opdroogt.
Denk bij hardschuim niet aan piepschuim ofwel geëxpandeerd polystyreen. De bolletjes structuur daarvan is helaas niet prettig bewerkbaar. Hardschuim daarentegen heeft een veel verfijnder structuur en is daarom wel fijn bewerkbaar.
De panden worden los van de diorama opgebouwd. Bij de opbouw van het skelet wordt tevens de verlichting naar wens in het gebouw aangebracht en kan ook gedacht worden aan eventuele inrichting.
Natuurlijk zijn gordijnen ook een optie, zodat inrichting minder van belang wordt. Gordijnen worden achter het glas bevestigd wanneer de gevels van een gebouw opgebouwd worden.
Als het gebouw af is, hangen er bij gebouwen met verlichting enkele draadjes onder uit het skelet. Als de plaats van het gebouw bekend is, is een gaatje maken in het hardschuim voor de doorvoer van draden een fluitje van een cent.
De bestrating komt van Markenburg. Er zijn tal van mogelijkheden voor de rijlopers, molgoten trottoirs, trottoirbanden en andere details.
De delen kunnen eenvoudig op een vlakke ondergrond geplaatst worden, omdat met bijvoorbeeld trottoir delen reeds een opvul- onderlaag meegeleverd wordt.
De opvullaag voorziet in het hoogteverschil tussen de rijloper en het trottoir en is eenvoudig te plaatsen. Als de hele weg een helling op/af zou moeten kan de helling wel het makkelijkst in het hardschuim uitgehouden worden.
Door vooraf een tekening te maken is het goed te plannen wat nodig is voor de diorama. De bestrating wordt met een dun en egaal uitgesmeerd laagje houtlijm op het hardschuim geplakt.
Als eerste wordt er op de plaatsen waar er gras moet komen een redelijk riante laag houtlijm uitgesmeerd. De gebouwen kan op twee manieren omgegaan worden.
Ze kunnen al neergezet worden terwijl het gras uitgestrooid wordt over de met houtlijm ingesmeerde oppervlakten. Het gras dat niet in lijm valt, maar bijvoorbeeld in de dakgoot is immers eenvoudig weg te vergen of op te zuigen.
Maar een andere optie is om de gebouwen pas erbij te betrekken, als het gras al ruimschoots vast zit in de reeds ingedroogde houtlijm. Groen details en bomen komen in tweede instantie.
Zeker dan is het handig om de bebouwing al wel erbij te hebben, zodat goed ingeschat kan worden wat de interactie tussen beide wordt.
Details langs bijvoorbeeld gevels kunnen uiteraard pas aangebracht worden als bebouwing op zijn plaats staat.
Aangezien details het verschil maken, mag daar dus best wat tijd voor uitgetrokken worden. Door regelmatig eens met een helikopterview over de diorama te kijken en soms ook eens tussen de gebouwen en bomen door te spieken,
komen de ideeën voor nadere details al snel op. Omdat bij deze diorama realisme belangrijk gevonden wordt, zijn situaties ook regelmatig met de werkelijkheid vergeleken.
Het kan dan ook gaan om kleinigheden zoals “hoeveel onkruid groeit er eigenlijk tussen een erf afscheiding en het trottoir?”. Het maken van foto’s kan ook helpen met het zien van details die anders niet opvallen.