Nieuw deze maand zijn de eerste modulaire onderdelen van ons nieuwe thema “passerelle”, te vinden in de categorie infrastructuur. Dat betekent inderdaad dat er nog meer modulaire elementen voor de passerelle in de spreekwoordelijke steigers staan. Deze zullen in de komende maanden dit thema gaan verrijken.
Bij alle productpagina’s kunnen handleidingen en de “toelichting modulaire passerelle” gedownload worden. Dat is in bijzonder handig voor wie zich wil inlezen in de bouwmethoden, wil rekenen met concrete maten of zich wil verdiepen in hoe het modulaire systeem werkt. Hieronder gaan we in op de 1:1 situatie van de passerelle. Want Markenburg producten zijn doorgaans 1 op 1 direct overgenomen uit de werkelijkheid, maar in dit geval gebaseerd op een uitgebreide analyse van diverse werkelijke voorbeelden.
Het van oorsprong Franse woord passerelle wordt in Nederland gebruikt voor de aanduiding van een voetbrug. En dat luistert nauw. Fietsers worden wel getolereerd op een passerelle, maar eigenlijk alleen als men de fiets aan de hand heeft. Gemotoriseerd verkeer is in ieder geval niet gewenst op een passerelle. De constructie is daarvoor doorgaans te licht en de entrees zijn in veel gevallen trappen, liften en roltrappen, zodat de passerelle alleen uitnodigend werkt voor voetgangers. Maar zodra een definitie gesteld wordt zijn er altijd uitzonderingen te vinden die de regel bevestigen. Zoals bijvoorbeeld Breda Prinsenbeek, waar hellingbanen aan de passerelle zijn toegevoegd en fietsen en brommers zijn toegestaan.
Vele passerelles in Nederland vormen een verbinding tussen spoorweg perrons onderling, zoals op Rotterdam CS. Of een verbinding over een aantal sporen zonder daarmee perrons te verbinden, zoals aan de zuidzijde van Utrecht CS en even ten zuiden van station ‘s Hertogenbosch. Vaker vormt de passerelle een combinatie van verbindingen tussen perrons en omliggende openbare ruimten, zoals bijvoorbeeld bij stations Dieren, Dordrecht, Hoorn en Zaandam.
Lengtes en breedtes.
De lengte van een passerelle wordt veelal bepaald door wat er overbrugt moet worden. Soms zijn dat slechts enkele sporen, vier in het geval Rotterdam Stadion, maar dat kan ook veel meer zijn zoals 2 sporen een sloot met bijbehorende taluds en 10 rijstroken voor wegverkeer in het geval van Haarlem Spaarnwoude. De breedte wordt goeddeels bepaald door het dagelijks aanbod aan passanten. Het is dan ook niet verwonderlijk dat met c.a. 90 meter Utrecht CS in feite Nederlands breedste passerelle is, zo breed dat de term “terminal” wellicht beter past. De hele brede passerelles danken die breedte doorgaans aan de multifunctionaliteit van de overbrugging. Zo bewijst ook de situatie bij station Heerlen. Met bijna 60 meter breedte komt dat mede door de toevoeging van winkels en woningen aan het overspannende gedeelte van de passerelle. In minder drukte situaties zien we ook dat de breedte van de passerelle afneemt. Daar vormen de passerelles (met beide c.a. 3,5 meter breedte) van Geldermalsen en Lage Zwaluwe prima voorbeelden.
Overdekken, of toch niet.
Het is moeilijk te pakken waarom sommige passerelles wel overdekt zijn en andere niet. In de regel kan gezegd worden dat de bredere en dus veelal drukkere passerelles wel overdekt zijn en de smallere niet. Maar er speelt ook mee dat perrons verbindende passerelles vaker overdekt zijn dan passerelles die de perrons niet onderling verbinden. De brede perron verbindende passerelles van station Amersfoort zijn logischerwijs overdekt. Een smal, niet perron verbindend rijksmonumentaal exemplaar, even ten oosten van station Zwolle is niet overdekt. Ook de moderne c.a. 5 meter brede, niet perron verbindende, passerelle bij station Roosendaal is niet overdekt. Natuurlijk zijn er ook uitzonderingen. Rotterdam Stadion nog een keer: Perron verbindend en breed van stuk, (c.a. 8,5 meter) maar niet overdekt.
De tijd waarin de passerelle is gebouwd.
De passerelle, ook in combinatie met stations en perrons is geen moderne uitvinding. In Groningen staat nog het seinhuis met loopbrug uit 1928. Beide momenteel niet meer in gebruik, zover bij ons bekend. En in Maastricht heeft men in 1983 haar huidige passerelle gebouwd. Deze is nog wel in gebruik. Beide exemplaren zijn voorbeelden van tijden met kleinere reizigersaantallen en tijden waarbij de techniek nog voor de beleving van de gebruiker kwam. Door de jaren heen zijn veel passerelles vervangen en daarbij vergroot/verbreed. In Woerden gebeurde dat omstreeks 1994. Tegenwoordig zijn passerelles goeddeels van glas voor een betere oriëntatie en een veiliger/lichtere belevingswaarde. De breedte neemt toe bij grotere aantallen reizigers. Brede moderne passerelles huisvesten vaker kiosken en ruimten voor vegetatie. Dit ook weer voor een hogere belevingswaarde voor de voetgangers. Een mooi voorbeeld daarvan is de rond 1998 gebouwde en c.a. 16 meter brede passerelle van station ’s Hertogenbosch.
Maar waarom een Passerelle?
Wanneer de aantallen voetgangers en/of het aantal kruisende voertuigen (auto’s en treinen) te groot wordt om nog langer veilig gelijkvloers te kruisen wordt een ongelijkvloerse kruising de moeite waard. Bij de passerelle van Boxtel bijvoorbeeld gaat het vooral om het grote aantal treinen dat er dagelijks voorbij rijdt. Het aantal kruisende voetgangers, veelal reizigers, is immers nog niet zo groot. Wat ook meespeelt is dat de sporen/rijstroken op maaiveld niveau of zelfs enigszins verdiept moeten liggen. Hoewel de ligging op maaiveld het meest voorkomt zien we bij de passerelle van station Nijmegen Heyendaal een mooi voorbeeld van een verdiepte ligging. Wanneer sporen boven het maaiveld liggen wordt een onderdoorgang interessanter, zodat we in die situaties eigenlijk nooit een passerelle aantreffen.
Samengevat kunnen we al snel meer dan 20 Nederlandse exemplaren noemen. En ook in onze buurlanden vinden we eveneens tal van voorbeelden. Neem bijvoorbeeld de twee onder de hoofdoverkapping geïntegreerde passerelles van Luik-Guillemins (B), het goeddeels betonnen exemplaar van station Namen (B) Het schoolvoorbeeld in station Luxemburg (L), waar zelfs middels Google streetview in “gelopen” kan worden, het complexe exemplaar in station Hamburg HBF (D), of het goed verbindende maar onopvallende exemplaar van station Leuven (B). En hoeveel passerelles we ook opnoemen, door de afstemming met de locatie specifieke eigenschappen kunnen we concluderen dat niet één passerelle identiek is aan een andere.
Hoe verhoudt het Markenburg model zich met de 1:1 voorbeelden.
Het Markenburg model is bewust niet een 1 op 1 kopie van een bestaande passerelle. Want dat zou een brede inzetbaarheid in de weg kunnen komen te staan. Het Markenburg model is omgerekend naar 1:1 ruim 8 meter breed. De lengte is door het modulaire systeem naar het inzicht van de modelbouwer te voegen. De Markenburg passerelle komt met een dak, maar hoeft niet noodzakelijkerwijs gebruikt te worden. De constructie is immers ook zonder het dak integer. De constructie van de Markenburg passerelle is tijdloos te noemen, maar de glazen wanden van vloer tot plafond verklappen toch een moderner bouwdatum, mogelijk vanaf de jaren ’90. Dat is maar voor wie zich er aan hecht want in technische zin had een dergelijke passerelle ook veel eerder in de tijd gebouwd kunnen worden. De Markenburg passerelle is veelzijdig inzetbaar, maar daarover is ruimschoots meer te lezen in de “toelichting modulaire passerelle”, die gratis gedownload kan worden op iedere productpagina.
Vind hier het thema: passerelle
Meer informatie over de producten is uiteraard te vinden op de productpagina's:
- Thema: Passerelle> voetbrug overspanning 2
- Thema: Passerelle> voetbrug overspanning 4
- Thema: Passerelle> koppelsegment smal 2
- Thema: Passerelle> hoofdeind 0
- Thema: Passerelle> trappen
- Thema: Passerelle> roltrappen
Zoeken op een specifieke schaal kan eenvoudig met de filteropties op de hoofdpagina van de Markenburg webwinkel. Scroll naar beneden en vul links onder de gewenste schaal in. Druk dan op "filter toepassen".