Terug van bijna helemaal weggeweest!
Rond de millenniumwisseling waren er in Nederland nog 3 functionerende rolbruggen. Niet veel als we het vergelijken met betere tijden en ook niet als we het vergelijken met omliggende landen.
Maar laten we eerst even toelichten naar wat voor rolbruggen we kijken. Ze komen immers in tal van hoedanigheden voor. Denk aan de monorail van Sydney, die er één in gebruik heeft en zelfs in uiteenlopende achtbanen kunnen rolbruggen gevonden worden. Maar in dit artikel doelen we uiteraard op rolbruggen die reguliere railvoertuigen, waaronder ook trams en metro treinstellen in een zijwaartse richting op de sporen verplaatsen.
Kort samengevat is het doel van een rolbrug om materieel sneller, makkelijker en flexibeler dan via een wisselstraat van het ene naar het andere spoor te verplaatsen. En dan ook nog op een kleiner grondvlak dan een wisselstraat voor de zelfde situatie nodig zou hebben. Die formule komt het best tot zijn recht in een situatie waar er sprake is van kort materieel, zoals losse locomotieven, wagons of rijtuigen. Het terrein is bij voorkeur relatief kort en breed en vergt mogelijk ook een enigszins flexibel in te delen sporenbundel. Al snel denken we dan aan locaties waar rollend materieel gebouwd en onderhouden wordt of bedrijfsterreinen waar men goederen per spoor verzet. Dat laatste kan zijn omdat het om grote hoeveelheden gaat, maar in dit geval ook wanneer het gaat om kleine aantallen objecten die groot en/of zwaar zijn en zodoende het handigst via het spoor vervoert kunnen worden.
Vroeger, “toen alles beter was”.
Hoe dan ook hebben we in Nederland zeker 50 rolbruggen mogen zien komen en ook vaak weer zien gaan. Enkele interessante locaties zijn bijvoorbeeld het terrein van Werkspoor in Vleuten, inmiddels omgeven door de stad Utrecht. In de hoogtijdagen, omstreeks 1915, hebben daar maar liefst 9 rolbruggen gelijktijdig op het terrein dienst gedaan. Maar ook in Tilburg heeft men een terrein gekend waar in de hoogtijdagen c.a. 5 rolbruggen gelijktijdig in actieve dienst waren. In beide en ook vele andere situaties zien we dat de rolbruggen soms verplaatst, uitgebreid of gesloopt worden naar de wensen van dat moment. Ze vormen daarmee een vaster element in de ruimte dan bijvoorbeeld rollend materieel, maar er lijkt wel iets flexibeler mee omgegaan te worden dan met bijvoorbeeld grote gebouwen. Een leeftijd van 10 jaar mag zeker verwacht worden en ook 50 jaar dienst doen is eerder regel dan uitzondering. Maar een monumentenstatus is voor de rolbrug zelden weggelegd.
De aanwezigheid van rolbruggen bleef niet beperkt tot grote aantallen op enkele grote terreinen. Hoofdwerkplaats Haarlem heeft lange tijd maar 1 rolbrug gehad. En ook in plaatsen als Hengelo en Beverwijk bevonden zich rolbruggen. In die gevallen op de terreinen van private bedrijven. De mijnbouwaangelegenheden in Zuid Limburg kende op diverse locaties uiteenlopende rolbruggen, want in alle gevallen zijn rolbruggen als maatwerk opgebouwd.
Als we onze focus terugbrengen tot op landsniveau kunnen we stellen dat vanaf c.a. 1850 het aantal rolbruggen toenam tot ongeveer de periode omstreeks 1930. Daarna is het aantal langzaam maar zeker afgenomen tot het dieptepunt in de jaren ‘90.
In die periode vonden we nog:
- 1 groot exemplaar in een hal van de toenmalige NS hoofdwerkplaats in Tilburg.
- 1 groot exemplaar buiten op het RET werkplaats terrein, “Kleiweg” in Rotterdam.
- En 1 groot exemplaar buiten op het GVB werkplaats terrein in Diemen. Deze kent als enige in Nederland een afdak om materieel tegen neerslag te beschermen.
Het tij lijkt gekeerd.
De wellicht typisch Nederlandse drang voor vernieuwing bracht ons onder andere de sloop van de Tilburgse rolbrug omstreeks 2013. Het toenmalige Rotterdamse exemplaar werd tot museumstuk “gepromoveerd” omstreeks 2019. En dat zou betekend hebben dat alleen het exemplaar in Diemen nog in actieve dienst is.
Maar in die zelfde relatief korte periode, namelijk tussen 2005 en 2020 zijn er op een eveneens relatief klein stukje Nederland, namelijk alleen de gemeente Rotterdam, maar liefst 5 nieuwe rolbruggen verschenen!
Laten we een kleine opsomming maken voor de geïnteresseerden onder ons:
C.a. 2006 Werkplaats Albert Plesmanweg (Waalhaven).
De donkerblauwe brug is c.a. 20 meter lang. De put verbind 14 sporen over een breedte van c.a. 100 meter. De rolbrug is op het moment van schrijven, anno 2023 in actieve, professionele dienst en goed zichtbaar vanaf het openbare trottoir van de Albert Plesmanweg.
C.a. 2012 Euromax container terminal (Maasvlakte).
De overwegend donkerblauwe brug is c.a. 32 meter lang. De put verbind 7 sporen over een breedte van c.a. 45 meter. Erg zichtbaar is dit exemplaar niet. Foto’s en satellietbeelden op internet geven nog het beste inkijkje voor de meeste onder ons. De Rolbrug dient ervoor om de loc’s van containertreinen op het omloopspoor te zetten, gezien het feit dat het emplacement alleen aan de westzijde ontsloten wordt.
C.a. 2018 Tussen de A15 en de Brittanniëhaven (Rozenburg).
De “klein broer” van de rolbrug aan de Euromax terminal. De overwegend donkerblauwe brug is c.a. 21 meter lang. Wie weet waar hij moet kijken kan dit exemplaar vanaf de A15 zien liggen, als het omliggende terrein niet al te vol ligt. De put verbind 5 sporen over een breedte van c.a. 37 meter. De Rolbrug dient ervoor om de loc’s van containertreinen op het omloopspoor te zetten, gezien het feit dat het emplacement alleen aan de oostzijde ontsloten wordt.
C.a. 2019 LWR tractiewerkplaats (Maasvlakte).
De lichtblauwe (of volgens sommige mensen “Siemens grijze”) brug is c.a. 22 meter lang. De put verbind 10 sporen over een breedte van c.a. 55 meter. De sporen liggen overigens niet overal recht tegen over elkaar. Voor fabrikant Bemo is dit het 3e exemplaar in deze omgeving.
C.a. 2019 RET werkplaats Kleiweg (Rotterdam Noord).
Met 46 meter bruglengte en c.a. 120 meter putbreedte het grootste exemplaar van Nederland. Eveneens bijzonder is de aansluiting op het bus-, tram- en metro netwerk van Rotterdam. De grijze rolbrug, bij de RET traverse genoemd, is in 2018 opgebouwd en sinds 2019 in actieve professionele dienst. De oude rode 20 meter lange rolbrug in een put waarvan nu nog 125 meter over is, is anno 2023 alleen nog in dienst als voetpad bij de ingang aan de Rozenlaan. Hoewel het monumentale exemplaar vanaf de Rozenlaan nog wel te bewonderen valt, is van het nieuwe exemplaar een beter beeld te krijgen via uiteenlopende internetbronnen.
Over de grenzen.
Met het exemplaar op het VSM werkplaats terrein in Apeldoorn meegerekend kennen we anno 2023, 7 functionerende rolbruggen binnen onze landsgrenzen. Een mooi aantal als we het vergelijken met de jaren ’90, maar slechts schamel wanneer we het vergelijken met onze buurlanden.
Neem België. Zij hebben zowel in de jaren ’90 als anno 2023 c.a. 15 rolbruggen in actieve dienst. Voornamelijk bij de NMBS, maar ook bij andere partijen. In België lijkt de vernieuwingsdrang een minder grote rol te spelen. De gemiddelde leeftijd van de rolbruggen ligt daar zeker anno 2023 ruim boven die van de Nederlandse exemplaren, al is ook daar het laatste nieuwe exemplaar gebouwd in 2019. Deze ligt in de plaats Melle, nabij Gent, en vervangt tezamen met het compleet nieuwe werkplaats terrein een oud complex met twee rolbruggen iets dichter tegen de stadgrenzen van Gent aan. Wat momenteel in België ook veel vaker voor komt dan in Nederland zijn terreinen waar men twee of drie rolbruggen op één terrein in functie heeft. Dat kennen we in Nederland als sinds de jaren ‘70 niet meer.
Ook de Duitsers en de Engelsen hebben door de jaren heen tal van rolbruggen tot hun beschikking gehad, en daarmee zowel per km2 als per aantal inwoners meer rolbruggen dan in Nederland. Wie weet gaan de jaren ’90 de boeken in als een eenmalig dieptepunt voor de Nederlandse rolbrug geschiedenis en zijn we nu weer gestaag op weg naar betere tijden.
Want zeg nou zelf. Het is toch een veel te fraai en veelzijdig stuk techniek om zijwaarts ons bestaan uit te laten rangeren.
(Foto H. Baardemans)
Wij zijn voorzien van voldoende rolbruginformatie om nog meters aan tekst te produceren, Bijvoorbeeld over uiteenlopende constructiedetails, uitzonderlijke exemplaren in formaat en functionaliteit, talrijke benamingen in diverse talen, de veelzijdige gebruiksdoeleinden en uitgebreide informatie over de intrigerende relaties tussen de rolbruggen en diens directe omgevingen.
Maar het moet natuurlijk ook leuk blijven voor de lezers. Wil je toch meer weten, of van gedachten willen wisselen over dit onderwerp Laat het gerust weten op de fora, per e-mail, of op onze Facebookpagina
Of lees desgewenst verder in het volgende Markenburg artikel hier op de Markenburg website