Achtergrondinformatie:
Betonnen bushaltes zijn vanaf de jaren '50 tot in de jaren '70 gebouwd. Daarna kwamen overwegend glazen modellen op de markt. Vóór de jaren '50 was het bus netwerk nog relatief klein en werden voornamelijk houten schuilhokjes gebouwd op de drukst bezochte plaatsen. Het exemplaar, uit de midden jaren '50, dat voor Markenburg model heeft gestaan is inmiddels op de lijst van gemeentelijke monumenten geplaatst. Belangrijk want dit laatste exemplaar in zijn soort heeft anno 2021 last van verzakkingen en betonrot, dat beide verholpen moet worden om het voortbestaan te kunnen garanderen. Graffiti wordt met enige regelmaat verwijderd, wat inderdaad ook inhoudt dat het regelmatig weer opnieuw wordt aangebracht. Dat laatste kan met de locatie te maken hebben. Het exemplaar staat immers even buiten de bebouwde kom van Tilburg aan een rustige doorgaande weg. Tevens op steenworp afstand van abdij Koningshoeven.
Achtergrondinformatie:
De bushaltes zijn opgebouwd uit twee kleine kopse wanden waartussen de betonnen panelen van de tussenwand geschoven zijn. Het bovenste paneel heeft 4 decoratieve ruitvormige openingen. Het dak is eveneens van gewapend beton en heeft een gebogen vorm. Behalve esthetisch aantrekkelijker is dat ook zo gemaakt om het hemelwater vlot van het dak te laten rollen. Dat dit water dan precies in de looproute en voor de wachtruimte van de reizigers neerkomt werd later pas als onhandig ervaren. De keuze voor beton werd genomen omdat men in de jaren '50 graag snel, goedkoop en voor het leven wilde bouwen. Als het ontwerp langer in trek was gebleven had dat doel ruimschoots gehaald kunnen worden.