Achtergrondinformatie:
Op de zolder van de veeschuur wordt hooi voor de winter bewaard. Het hooi kan via het luik boven de dubbele deur worden opgestoken. Op de benedenetage was er plaats voor één werkpaard, circa 6 kalveren en acht vaarzen (dit zijn jonge koeien die nog niet eerder gekalfd hebben). Aan de indeling van boerderij en schuur is duidelijk te merken dat dit type boerderij is gebouwd voor een zogeheten gemengd bedrijf. Daarbij hoorde ook kleinschalige akkerbouw dat tot op de dag van vandaag nog te zien is aan de diverse groetentuinen en relatief kleine akkers die rondom en vaak ook veelal achter de boerderij liggen.
Bouwkundige details:
Ook de veeschuur is zonder hulp van een bouwmeester opgetrokken. Dit is alleen al duidelijk te zien aan het feit dat er met verschillende metselverbanden is gewerkt. De ramen en deuren zijn puur op functionaliteit gebouwd waarbij esthetiek niet aan de orde kwam. Ook deze veeschuur beschikte over een rieten zadeldak met wolfseinden. De kleine raampjes net onder de wolfseinden waren in eerste instantie niet voorzien van glas zodat kleine roofvogels (voornamelijk uilen) op de hooizolder konden broeden en de boerderij nagenoeg vrij hielden van muizen.