Achtergrondinformatie:
Vier kaas pakuizen uit ca. 1882 zijn als één geheel gebouwd. De voorgevels van de pakhuizen grenzen aan de straat; de achtergevels worden door een smalle kade gescheiden van het water. De pakhuizen zijn elk vier bouwlagen hoog, onder een met rode Hollandse pannen gedekt zadeldak waarvan de noklijn haaks staat op de straat. De twee zuidelijke pakhuizen zijn iets breder dan de twee noordelijke. In het midden van elke gevel bevindt zich op iedere bouwlaag een opgeklampte dubbele pakhuisdeur van staande kraalschroten. De pakhuisdeuren nemen naar boven toe af in hoogte en breedte. Alle pakhuisdeuren uitgezonderd die op de begane grond hebben in beide deurhelften een kleine ruitvormig opening, dichtgezet met glas. Voor de meeste pakhuisdeuren bevindt zich een dubbel vloerluik zodat ook binnen langs de kazen omhoog gehesen konden worden (aan een ijzeren haak bevestigd onder een hijsbalk op zolder).
Bouwkundige details:
De vensters van de achtergevels zijn op de begane grond en de eerste verdieping voorzien van diefijzers. De buitengevels zijn opgetrokken in rode machinale baksteen waalformaat in kruisverband met snijvoeg. De twee zijgevels zijn gesloten en voorzien van muurankers ter hoogte van de verdiepingsvloeren. Inwendig verkeren de vier pakhuizen nog grotendeels in de oorspronkelijke staat en bevatten onder meer met brede delen bevloerde verdiepingsbalklagen en een gordingenkap met een staand dakbeschot van brede delen. De pakhuizen staan onderling met elkaar in verbinding door deuropeningen halverwege de tussenmuren.