Achtergrondinformatie:
Trappen worden gebruikt om vanaf het perron of het straatniveau de passerelle te kunnen betreden. Dit maakt ook dat er twee lengtes zijn. Eén om de hoogte tussen het perron en de passerelle te overbruggen en een langere/hogere om de afstand tussen het straatniveau en de passerelle te kunnen overbruggen. De trappen zijn naar de NS huisstijl van c.a. 1990 tot c.a. 2020 gemodelleerd, met zwarte staanders en rode handrails.
Bouwkundige details:
De betonnen trappen worden in werkelijkheid in één geheel gegoten en vervolgens geplaatst. De bordessen die er in zitten zijn vanuit het bouwbesluit verplicht gesteld zodat een persoon kan rusten na iedere c.a. 20 treden. Trappen worden in werkelijkheid veelal gebruikt waar het reizigersaanbod niet zo hoog is en een roltrap om die reden te duur wordt.